Begin jaren ’50 van de vorige eeuw werd door Hans Brandts Buys, Bachkenner en toenmalig directeur van het Goois Muzieklyceum als dirigent van de ‘Hilversumse Cantate Vereeniging’ een serie Bach cantates gestart in Hilversum.
Deze serie werd aanvankelijk gehouden in de Doopsgezinde Kerk aan de Boomberglaan in Hilversum met toelichtingen door de Doopsgezinde predikant Ds. Broer.
Later in de jaren ’50 verhuisde deze serie naar de Hervormde Kapel aan de Albertus Perkstraat te Hilversum. Daar werden de toelichtingen verzorgd door Prof. Boendermaker sr.
Na de dood van Hans Brandts Buys in 1959 is deze serie uiteindelijk een zachte dood gestorven. (met dank aan de informatie omtrent Hans Brandt Buys op de uitgebreide en zeer lezenswaardige site van Eduard van Hengel en de overlevering van Gerard Hörchner).
Naar aanleiding van verder onderzoek en een interview in 2009 door Jouke van der Leest kwamen nog meer historische feiten boven tafel. Hieronder zijn verslag:
'Hierboven staat vermeld dat na het overlijden van Hans Brandts Buys (1959) de cantate uitvoeringen in Hilversum 'een zachte dood zijn gestorven.'
Maar wel was bekend dat onder leiding van Henk van Eck, tandarts in Hilversum en groot Bachliefhebber in de jaren zestig regelmatig uitvoeringen van Bachcantates in Hilversum werden gehouden.'
Reden voor Jouke van der Leest een bezoek te brengen aan de toenmalige en nu (2009) nog in leven zijnde organisator en dirigent Henk van Eck. Uit deze ontmoeting resulteerde onderstaand verslag, beter gezegd een bijzonder verhaal.
'Henk van Eck (1924) zelf een hartstochtelijk viool-kwartet speler, kreeg de liefde voor Bach ingegoten gedurende zijn studentenjaren na 1945 door mee te spelen in het Utrechts studenten koor en orkest onder leiding van de toenmalige cantor Hans Brandts Buys
Hij, en zijn vrouw, pianiste, vestigden zich aanvankelijk in Nieuw-Loosdrecht (1957). Daar begon Van Eck zelf mee te zingen in een klein kerkkoor, 4 man sterk.
Via diverse muziekrelaties breidde het koortje zich langzaam maar zeker uit, waaronder ook met diverse vrouwenstemmen. Op zeker moment was het koor in staat om eenvoudige 4 stemmige missen (o.a. Palestrina) in te studeren. Alles onder leiding van Van Eck die intussen ook zangles was gaan nemen.
Hilversum
Niet alleen het koortje breidde zich uit, ook het gezin, hetgeen een verhuizing naar Hilversum tot gevolg had (1960). Daar meldde zich een nieuw koorlid wiens komst verstrekkende gevolgen zou hebben. Hij had namelijk indertijd bij Hans Brandts Buys in diens Hilversums cantatekoor gezongen en kwam met het voorstel om eens een Bachcantate in te studeren. Mogelijkerwijs kon hij ook wel andere potentiële enthousiastelingen aanbrengen. En die meldden zich inderdaad. Daarmee diende zich een volkomen nieuw perspectief aan.
Op dit punt van ons gesprek aangekomen zei Van Eck met nadruk dat hij nooit de intentie had gehad de oude Hilversumse Cantate Vereniging te reanimeren. Maar de gedachte trok hem wel aan.
Uiteraard dienden zich praktische vragen aan zoals: waar een Bachorkest vandaan te halen, waar solisten, waar het geld? Dat het echtpaar Van Eck inmiddels aardig ingeburgerd bleek te zijn in het Hilversumse muziekcircuit bracht zijn nut op. Wat er nu gebeurde was gewoon een klein, of beter gezegd, een groot wonder. Het samenstellen van een bruikbaar Bachorkest bleek geen enkel probleem. Behalve dat Van Eck nog muzikale connecties had uit zijn studententijd, waren er ook nog musici van de omroep die belangstelling toonden. Dat gold ook voor de beoogde solisten. Zij allen werkten tot zijn verbazing graag mee onder het motto ‘ad majorem gloriam Bach!’ (met excuses aan Bach).
Van Eck liet mij (JvdL) een lijstje van namen zien dat er niet om loog! Op zijn uitdrukkelijke wens worden hier geen namen genoemd, met uitzondering van één, die van de in 2001 overleden bariton David Hollestelle (2). Hij, een warm mens, bleek achteraf een enorme inspirator op de voor- en achtergrond te zijn geweest!
Nu bleek ook de echtgenote van Van Eck een onmisbare factor te zijn voor de realisatie van de plannen. Zij verzorgde het continuo en hielp bij het instuderen van de lang niet altijd malse partijen van koor en solisten. Op de vraag hoe het 'honorariumprobleem' opgelost werd was het antwoord dat dit ook een aspect van het wonder was. Het woord ‘honorarium’ is hier volstrekt niet op zijn plaats. Er was altijd net genoeg geld voor een passende attentie, geld uit de collectes, giften van donateurs en een kleine gemeentelijke subsidie.
Het echte probleem was het vinden van een vast kerkelijk dak vanwege de opzet om de cantate binnen een liturgisch kader onder te brengen. Iedere kerk was een kerk op zich, een gesloten bolwerk. Deze muren te doorbreken was niet de meest prettige kant van het organisatorische werk. Daarin is in de afgelopen veertig jaren wel wat veranderd, zo constateerden wij.
Op 27 januari 1963 was het dan zover. Toen klonk in de Bethlehemkerk te Hilversum cantate 72 met als toepasselijke titel ‘Alles nur nach Gottes Willen’. Dit begin bleek dus achteraf een opmaat te zijn voor 40 uitvoeringen die nog zouden volgen. Waren er hoogtepunten? Jawel, bijvoorbeeld de schitterende cantate 106, ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’ met twee gamba’s en blokfluiten, verder een TV-optreden in 1965 voor de NCRV, in 1969 een herdenkingsbijeenkomst ter ere van de nagedachtenis aan Hans Brandts Buys, tien jaar daarvoor overleden. En als absoluut hoogtepunt natuurlijk in 1968 de uitvoering van het 'Kyrie en Gloria' uit de 'Hohe Messe' (wel met koorversterking uiteraard).
Zoals uit ons gesprek reeds was gebleken was het vinden van een dak boven het hoofd van de cantate een steeds weerkerend probleem. Uiteindelijk kwam uit een volkomen onverwachte hoek (onderdeel van het wonder) de oplossing. En die was dat wij voortaan terecht konden in de kapel van het inmiddels afgebroken R.K. Ziekenhuis aan de Koningslaan te Hilversum. De laatste zes uitvoeringen hebben daar plaatsgevonden. Een prachtige ambiance, mooie akoestiek. Een bijzonder cachet vormde natuurlijk de vele aanwezige zieken op hun bed! Daar vond ook deze traditie, op een voor Bach waardige plaats, zijn voorlopig einde. Voor het gezin Van Eck vormde de organisatie van deze evenementen op den duur een te grote belasting. Op 24 mei 1971 werd de cantate-traditie voorlopig afgesloten met cantate 4 ‘Christ lag in Todesbanden’, een traditie die wachtte op zijn reanimatie!'
Dat gebeurde in 2006.